De excuses van de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb voor de rol van Rotterdam in het slavernijverleden, zijn "uitstekend gevallen" bij Linda Nooitmeer, de voorzitter van het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee).
"We hebben het goede voorbeeld van burgemeester Halsema van Amsterdam gehad, die op 1 juli onomwonden excuses aanbood voor de rol van het Amsterdamse stadsbestuur. Dat Aboutaleb dit nu volgt is een grote plus", zegt zij. "We roepen al bijna twintig jaar dat het tijd is voor excuses. Het wachten is tot ook op nationaal niveau excuses worden aangeboden."
Nooitmeer vindt dat Nederland daartoe een morele verplichting heeft: "Je kunt je als land niet uitspreken over mensenrechten zonder verantwoordelijkheid te nemen voor de mensenrechtenschending van toen. Op internationaal niveau is de slavernij aangemerkt als misdaad tegen de menselijkheid. En dat is waar we het over hebben: de schending van de rechten van mensen die tot slaaf zijn gemaakt. Dat is een onrecht dat erkend moet worden."
De NiNsee-voorzitter noemt het een "goed signaal en uitstekende symboliek" dat Aboutaleb deze vrijdag, de Dag van de Mensenrechten, heeft uitgekozen om namens zijn stad excuses te maken.